Betekenis van:
lace
lace
Zelfstandig naamwoord
- koord om iets dicht te rijgen
- a cord that is drawn through eyelets or around hooks in order to draw together two edges (as of a shoe or garment)
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
lace
Zelfstandig naamwoord
- a delicate decorative fabric woven in an open web of symmetrical patterns
Hyperoniemen
Hyponiemen
lace
Zelfstandig naamwoord
- a delicate decorative fabric woven in an open web of symmetrical patterns
Hyperoniemen
Hyponiemen
to lace
Werkwoord
- spin,wind, or twist together
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to lace
Werkwoord
- spin,wind, or twist together
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to lace
Werkwoord
- draw through eyes or holes
"lace the shoelaces"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to lace
Werkwoord
- rijgen, aanrijgen, vastrijgen
- draw through eyes or holes
"lace the shoelaces"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to lace
Werkwoord
- make by braiding or interlacing
"lace a tablecloth"
Synoniemen
Hyperoniemen
to lace
Werkwoord
Hyperoniemen
to lace
Werkwoord
- verstrengelen, ineenstrengelen
- spin,wind, or twist together
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to lace
Werkwoord
- spin,wind, or twist together
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to lace
Werkwoord
- add alcohol to (beverages)
Synoniemen
Hyperoniemen