Betekenis van:
meshing

meshing
Zelfstandig naamwoord
  • net om vallende mensen op te vangen
  • an open fabric of string or rope or wire woven together at regular intervals

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

meshing
Zelfstandig naamwoord
  • net om vlinders, vissen enz. te vangen
  • an open fabric of string or rope or wire woven together at regular intervals

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

meshing
Zelfstandig naamwoord
  • mannenonderhemd
  • the act of interlocking or meshing

Synoniemen

Hyperoniemen

meshing
Zelfstandig naamwoord
  • contact tussen de klingen bij het schermen
  • the act of interlocking or meshing

Synoniemen

Hyperoniemen

meshing
Zelfstandig naamwoord
  • gordijn, van deze stof gemaakt
  • an open fabric of string or rope or wire woven together at regular intervals

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

meshing
Zelfstandig naamwoord
    • contact by fitting together
    "the meshing of gears"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    meshing
    Zelfstandig naamwoord
    • maaswijdte
    • the act of interlocking or meshing

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Werkwoord

    meshing
    een vervoeging van mesh