Betekenis van:
administratie

administratie (de ~ | meervoud administraties)
Zelfstandig naamwoord
  • gebouw of lokaal waar de administratie gevoerd wordt
"Loop maar even mee naar de administratie."

Hyperoniemen

administratie (de ~ | meervoud administraties)
Zelfstandig naamwoord
  • afdeling belast met beheer van stukken
"op de administratie [werken]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

administratie (de ~ | meervoud administraties)
Zelfstandig naamwoord
  • beheer van officiële stukken
"de raad van administratie"
"de administratie bijhouden/doen"

Hyperoniemen

administratie (de ~ | meervoud administraties)
Zelfstandig naamwoord
  • stukken die tot een bepaald beheer horen
"Bij de inval werd de administratie van het bedrijf in beslag genomen"

Hyperoniemen

administratie
Zelfstandig naamwoord
  • de plaats waar gegevens zorgvuldig worden vastgelegd zodat ze later terug te vinden of te controleren zijn
"Zijn inschrijving kon niet worden teruggevonden in de administratie."
administratie
Zelfstandig naamwoord
  • beherend orgaan van een instantie
"Tarieven zijn op te vragen bij de administratie."
administratie
Zelfstandig naamwoord
  • beheer of bestuur
administratie
Zelfstandig naamwoord
  • het staatshoofd en de gezamenlijke ministers

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

administratie
Zelfstandig naamwoord
  • dienst ingesteld door de overheid

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De administratie neemt belangrijke beslissingen.
  2. De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.
  3. administratie.
  4. Administratie
  5. Administratie
  6. Afdeling administratie.
  7. Afdeling Administratie
  8. ADMINISTRATIE [2]
  9. ADMINISTRATIE [1]
  10. ADMINISTRATIE [3]
  11. Soort administratie
  12. Administratie [1]
  13. ADMINISTRATIE [4]
  14. Administratie van de procedure
  15. Administratie voor pensioenfonds