Betekenis van:
besmetten
besmetten
Werkwoord
- blootstellen aan een ziektekiem, gif of radioactief materiaal
"Hij raakte door onverstandig seksueel gedrag besmet met het HIV-virus."
besmetten
Werkwoord
- besmetten, infecteren
"wie met pek omgaat wordt ermee besmet"
"iemand besmetten met een ziekte/virus"
Synoniemen
Hyperoniemen
besmetten
Werkwoord
- bevuilen