Betekenis van:
drager

drager
Zelfstandig naamwoord
  • een persoon die (letterlijk) draagt
"De drager van de rugzak was Jan."
drager
Zelfstandig naamwoord
  • een dunne laag van een fotografische film die de lichtgevoelige emulsie beschermt en de film stevigheid geeft
"Negatieven bestaan simpel gezegd uit twee lagen. In het geval van de 4x5 inch acetaat negatieven gaat het om een emulsie van gelatine waarop de afbeelding staat en een drager van acetaat."
drager
Zelfstandig naamwoord
  • een eigenaar
"Een drager van het hiv-virus moet zich laten behandelen in een ziekenhuis."
drager (de ~ | meervoud dragers)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die iets bezit; iemand met bezit; bezitter
"drager van het HIV-virus"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

drager (de ~ | meervoud dragers)
Zelfstandig naamwoord
  • persoon die draagt

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Drager
  2. Bewegingen van de drager
  3. niet op een drager
  4. op een drager
  5. Toegang tot de drager
  6. katalysatoren op een drager
  7. op een drager van vulcanfiber
  8. de drager niet bij een stopplaats is.
  9. katalysatoren op een drager (post 3815);
  10. Vloerbedekking ... bestaande uit een drager, geïmpregneerd ... polyvinylchl.
  11. op een drager van andere stoffen
  12. aangebracht op een drager van isolerende stof
  13. het geheel aangebracht op een drager
  14. Vloerbedekking .. bestaande uit een drager, geïmpregneerd .. polyvinylchl.
  15. op een drager van uitsluitend textielweefsel