Betekenis van:
inspanning

inspanning (de ~ | meervoud inspanningen)
Zelfstandig naamwoord
  • moeite
"een gezamenlijke/gemeenschappelijke inspanning"
"een inspanning leveren"

Hyperoniemen

Hyponiemen

inspanning
Zelfstandig naamwoord
  • de fysieke moeite die men voor iets doet
"De wandeling naar de top van de berg was een hele inspanning."

Voorbeeldzinnen

  1. Met grote inspanning kon het probleem opgelost worden.
  2. Nog één inspanning, en je komt verder in het leven.
  3. Zoveel inspanning kostte het de Romeinse staat te vestigen
  4. Visserij-inspanning
  5. Overdreven inspanning
  6. Verwachte inspanning
  7. VISSERIJ-INSPANNING — WESTELIJKE WATEREN
  8. Visserij-inspanning/vermogen
  9. Visserij-inspanning (a)
  10. Beperking van de inspanning
  11. VISSERIJ-INSPANNING — OOSTZEE
  12. Cumulatieve visserij-inspanning
  13. Maatstaf van de inspanning
  14. Visserij-inspanning van 20 vaartuigen
  15. Aangifte van inspanning: gebiedsoverschrijdend vissen