Betekenis van:
papier

papier (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
"papier is geduldig"
"pen en papier"

Hyperoniemen

papier
Zelfstandig naamwoord
  • een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
"Hij schreef zijn recensie op papier."
papier
Zelfstandig naamwoord
  • een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
"Hij schreef zijn recensie op papier."
papier (het ~ | meervoud papieren)
Zelfstandig naamwoord
  • wettig betaalmiddel van papier
"het loopt aardig in de papieren"
"slecht in de papieren zitten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

papier (het ~ | meervoud papieren)
Zelfstandig naamwoord
  • vel papier; klein blad; vel; blad papier; blaadje papier
"ik ben het papier kwijt waar het telefoonnummer op stond"
"waar is dat papier gebleven?"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het papier is wit.
  2. Hebt ge papier?
  3. Papier is geduldig.
  4. Ik wil een stuk papier.
  5. Geef mij een stuk papier.
  6. Elke soort papier is geschikt.
  7. Breng mij een stukje papier a.u.b.
  8. Het papier is heel wit, maar de sneeuw is witter.
  9. Vergeet niet om je papier te herlezen voordat je het inlevert.
  10. Ik heb een envelop, papier en een potlood of pen nodig.
  11. Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.
  12. papier,
  13. Papier
  14. Papier
  15. Vetvrij papier