Betekenis van:
stenen

stenen
Bijvoeglijk naamwoord
  • (als) van steen
"een stenen huis/muur/vloer/beeld/pijp"
"het Stenen Tijdperk"
stenen
Bijvoeglijk naamwoord
  • gemaakt van steen
"De stenen gevel werd verwijderd."
steen (de ~ | meervoud stenen)
Zelfstandig naamwoord
  • stuk harde, niet smeed- of brandbare delfstof in zijn natuurlijke vorm
"geen steen op de andere laten"
"de onderste steen moet boven komen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

steen (het ~ | meervoud stenen)
Zelfstandig naamwoord
  • burcht; kasteel; burcht; burcht gebouwd van steen

Synoniemen

Hyperoniemen

steen (de ~ | meervoud stenen)
Zelfstandig naamwoord
  • speelstuk in een spel

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Wie zou dat stenen hart van jou kunnen doen smelten?
  2. stenen
  3. Geagglomereerde stenen:
  4. Stenen muurtjes
  5. Synthetische stenen
  6. grond en stenen
  7. Vuurvaste stenen met:
  8. Stenen en andere objecten
  9. Vuurvaste stenen, tegels ..., n.e.g.
  10. Blokken en stenen voor bouwdoeleinden
  11. grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevatten
  12. blokken en stenen voor het bouwbedrijf
  13. Grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevatten
  14. Stenen om te malen of te vervezelen
  15. stenen/betonnen muren rondom het Sirene-bureau;