Betekenis van:
uitspreken

uitspreken
Werkwoord
  • in spraakklanken weergeven
"een woord uitspreken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

uitspreken
Werkwoord
  • ten einde spreken
"laat me nu toch uitspreken!"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

uitspreken
Werkwoord
  • zich verklaren, een uitspraak doen
"zich uitspreken voor/tegen [een fusie/vervroegde verkiezingen]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

uitspreken
Werkwoord
  • het geschreven woord in klank omzetten
"De ij en de ei worden hetzelfde uitgesproken."
uitspreken
Werkwoord
  • ''zich ~:'' een beslissing mededelen
"De rechtbank heeft zich daarover nog niet uitgesproken."

Voorbeeldzinnen

  1. Die werden doorgegeven aan Portugal, dat zich daarover heeft kunnen uitspreken.
  2. Dientengevolge zal zij zich niet over deze kwestie uitspreken in het kader van de onderhavige procedure.
  3. Afzonderlijke crediteuren stemmen individueel en kunnen hun veto uitspreken over het voorstel.
  4. Hij verwijst de aangelegenheid naar de bevoegde commissie, op voorstel waarvan het Parlement zich over de aangelegenheid kan uitspreken.
  5. Dientengevolge zal de Commissie zich niet over deze kwestie uitspreken in het kader van de onderhavige procedure.
  6. Het Hof van Justitie heeft zich al moeten uitspreken over de openbare destructiedienst in het kader van de zaak GEMO.
  7. Dientengevolge zal de Commissie zich niet over deze kwestie uitspreken in het kader van de onderhavige procedure.
  8. De Commissie mag zich evenmin uitspreken over de keuze van de ondernemingen tussen de diverse financieringsmethoden — lening of eigen kapitaal — ongeacht of het overheids- of particuliere middelen betreft.
  9. In het specifieke geval van Ampelomyces quisqualis kon het comité zich niet uitspreken over de vraag of herhaalde toediening nodig is, aangezien een bevredigende longstudie ontbreekt.
  10. De FSA-maatregel vertoont bepaalde specifieke kenmerken ten opzichte van andere maatregelen ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa waarover de Commissie zich heeft moeten uitspreken:
  11. De Commissie en het Hof van Justitie hebben zich reeds kunnen uitspreken over discriminerende beloningssystemen die op de bestemming van de auto waren gebaseerd [7].
  12. Deze conferentie zal haar steun uitspreken voor de acties die zijn aangegeven in de mededeling over een nieuwe strategie voor diergezondheid voor de Europese Unie (2007-2013).
  13. Roamende klanten moeten binnen een redelijke termijn voor een van deze financiële of volumeplafonds kunnen kiezen of zich tegen een dergelijk plafond uitspreken.
  14. Nog voordat de Commissie zich over de maatregelen heeft kunnen uitspreken, zijn de maatregelen vastgelegd in de programmawet van 2 augustus 2002.
  15. Bovendien was een schrijven van de hoofdbank van de onderneming, de Dresdner Bank, bijgevoegd, waarin de bank verklaart dat de concurrenten zich zeker tegen de steunmaatregel zullen uitspreken.