Vertaling van be defeated

Inhoud:

Engels
Nederlands
to be beaten, to be defeated, to lose, to succumb {ww.}
verliezen
verslagen worden
You cannot lose.
Je kan niet verliezen.
I have nothing to lose.
Ik heb niets te verliezen.
to defeat, to win over, to beat, to overcome, to overthrow, to surmount, to vanquish {ww.}
verslaan 
zegevieren
overwinnen
bevangen

I defeated
you defeated
he/she/it defeated

ik versloeg
jij versloeg
hij/zij/het versloeg
» meer vervoegingen van verslaan

Let's beat Japan!
Laten we Japan verslaan!
I don't think you can beat me.
Ik denk niet dat je mij kunt verslaan.
to exceed, to surpass, to beat, to defeat, to excel, to outclass, to outscore, to outshine {ww.}
overtreffen
voorbijstreven
uitmunten
uitblinken
te boven gaan

I defeated
you defeated
he/she/it defeated

ik overtrof
jij overtrof
hij/zij/het overtrof
» meer vervoegingen van overtreffen

Nobody can surpass him.
Niemand kan hem overtreffen.
to defeat, to kill, to shoot down, to vote down, to vote out {ww.}
wegstemmen
afstemmen

I defeated
you defeated
he/she/it defeated

ik stemde weg
jij stemde weg
hij/zij/het stemde weg
» meer vervoegingen van wegstemmen

to defeat, to get the better of, to overcome {ww.}
uitdeuken

I defeated
you defeated
he/she/it defeated

ik deukte uit
jij deukte uit
hij/zij/het deukte uit
» meer vervoegingen van uitdeuken

to defeat, to get the better of, to overcome {ww.}
inpakken

I defeated
you defeated
he/she/it defeated

ik pakte in
jij pakte in
hij/zij/het pakte in
» meer vervoegingen van inpakken

to defeat, to get the better of, to overcome {ww.}
kloppen
verslaan
inmaken

I defeated
you defeated
he/she/it defeated

ik klopte
jij klopte
hij/zij/het klopte
» meer vervoegingen van kloppen

to defeat, to get the better of, to overcome {ww.}
doorstromen

he/she/it defeated
they defeated
he/she/it has defeated

hij/zij/het doorstroomde
zij doorstroomden
hij/zij/het heeft doorstroomd
» meer vervoegingen van doorstromen



Gerelateerd aan be defeated

be beaten - lose - succumb - defeat - win over - beat - overcome - overthrow - surmount - vanquish - exceed - surpass - excel - outclass - outscoreblackball - bushel - defeat - win - course