Vertaling van bolt

Inhoud:

Engels
Nederlands
to bolt, to fasten {ww.}
grendelen
afgrendelen

I bolt
you bolt
we bolt

ik grendel
jij grendelt
wij grendelen
» meer vervoegingen van grendelen

to bolt, to pin {ww.}
met bouten vastmaken

I bolt

bolt, pin {zn.}
bout [m]
bolt {zn.}
schuifslot
knip
schuif 
grendel
to bolt {ww.}
wegschieten

I bolt
you bolt
we bolt

ik schiet weg
jij schiet weg
wij schieten weg
» meer vervoegingen van wegschieten

to bolt {ww.}
grendelen

I bolt
you bolt
we bolt

ik grendel
jij grendelt
wij grendelen
» meer vervoegingen van grendelen

to bolt {ww.}
builen

I bolt
you bolt
we bolt

ik buil
jij built
wij builen
» meer vervoegingen van builen

to bolt {ww.}
wegspringen

I bolt
you bolt
we bolt

ik spring weg
jij springt weg
wij springen weg
» meer vervoegingen van wegspringen

to bolt {ww.}
wegspringen

I bolt
you bolt
we bolt

ik spring weg
jij springt weg
wij springen weg
» meer vervoegingen van wegspringen

to bolt {ww.}
wegstuiven

I bolt
you bolt
we bolt

ik stuif weg
jij stuift weg
wij stuiven weg
» meer vervoegingen van wegstuiven

bolt, deadbolt {zn.}
moerbout
bolt, deadbolt {zn.}
schuif [m] (de ~)
knip [m] (de ~)
grendel [m] (de ~)
bolt, bolt of lightning, thunderbolt {zn.}
blikseminslag [m] (de ~)
bolt {zn.}
schroefbout
bout [m] (de ~)
bolt, dash {zn.}
sneltreinvaart [m] (de ~)
bolt, deadbolt {zn.}
schoot
dagschoot
bolt, rigidly, stiffly {bw.}
pal
direct
onmiddellijk
vlak


Gerelateerd aan bolt

fasten - pin - deadbolt - bolt of lightning - thunderbolt - dash - rigidly - stifflygo - go away - lock - sieve - bound - come away - bolt - impact - screw - fastness - component