Vertaling van clear out

Inhoud:

Engels
Nederlands
to clear, to skip, to span {ww.}
overslaan
overspringen

I clear
you clear
we clear

ik sla over
jij slaat over
wij slaan over
» meer vervoegingen van overslaan

to clear {ww.}
vrijmaken

I clear
you clear
we clear

ik maak vrij
jij maakt vrij
wij maken vrij
» meer vervoegingen van vrijmaken

to clear {ww.}
ophelderen 
opklaren

I clear
you clear
we clear

ik helder op
jij heldert op
wij helderen op
» meer vervoegingen van ophelderen

to clear {ww.}
helder worden
duidelijk worden
to clear {ww.}
vrijgeven

I clear
you clear
we clear

ik geef vrij
jij geeft vrij
wij geven vrij
» meer vervoegingen van vrijgeven

to clear {ww.}
opklaren
oplichten
ophelderen 

I clear
you clear
we clear

ik klaar op
jij klaart op
wij klaren op
» meer vervoegingen van opklaren

It's going to clear up soon.
Het zal snel opklaren.
It looks like it's going to clear up soon.
Het ziet ernaar uit dat het straks gaat opklaren.
to set abroach, to clear {ww.}
openmaken
opentrekken

I clear
you clear
we clear

ik maak open
jij maakt open
wij maken open
» meer vervoegingen van openmaken

to empty, to clear {ww.}
ledigen 
legen
lenzen
lichten
ruimen 
uithalen

I clear
you clear
we clear

ik ledig
jij ledigt
wij ledigen
» meer vervoegingen van ledigen

to acquit, to cancel, to clear, to square {ww.}
kwijtschelden
vereffenen
verrekenen

I clear
you clear
we clear

ik scheld kwijt
jij scheldt kwijt
wij schelden kwijt
» meer vervoegingen van kwijtschelden

to open, to open up, to clear {ww.}
opendoen
openen 
openmaken

I clear
you clear
we clear

ik doe open
jij doet open
wij doen open
» meer vervoegingen van opendoen

to wipe, to wipe off, to clear {ww.}
afdrogen 
vegen 
afvegen 
wissen
afwissen

I clear
you clear
we clear

ik droog af
jij droogt af
wij drogen af
» meer vervoegingen van afdrogen

to absolve, to acquit, to assoil, to clear, to discharge, to exculpate, to exonerate {ww.}
vrijpleiten
vrijspreken
absolveren
de absolutie geven

I clear
you clear
we clear

ik pleit vrij
jij pleit vrij
wij pleiten vrij
» meer vervoegingen van vrijpleiten

to deprive, to clear, to starve, to strip {ww.}
ontdoen
beroven 

I clear
you clear
we clear

ik ontdoe
jij ontdoet
wij ontdoen
» meer vervoegingen van ontdoen

to absolve, to acquit, to assoil, to clear, to discharge, to exculpate, to exonerate {ww.}
de absolutie geven
vrijspreken
absolveren
releveren

I clear
you clear
we clear

ik spreek vrij
jij spreekt vrij
wij spreken vrij
» meer vervoegingen van vrijspreken

to absolve, to acquit, to assoil, to clear, to discharge, to exculpate, to exonerate {ww.}
absolveren
de absolutie geven
vrijspreken

I clear
you clear
we clear

ik absolveer
jij absolveert
wij absolveren
» meer vervoegingen van absolveren

to clean out, to clear out {ww.}
uitruimen
to clean out, to clear out {ww.}
mesten
uitmesten


Gerelateerd aan clear out

clear - skip - span - set abroach - empty - acquit - cancel - square - open - open up - wipe - wipe off - absolve - assoil - dischargedefend - advert - announce - empty - clean