Vertaling van hand in

Inhoud:

Engels
Nederlands
to hand in, to give in {ww.}
inleveren
overhandigen
Please hand in the necessary papers.
Kunt u de benodigde papieren inleveren?
to hand, to hand over {ww.}
overhandigen
ter hand stellen
aanreiken 

I hand
you hand
we hand

ik overhandig
jij overhandigt
wij overhandigen
» meer vervoegingen van overhandigen

to convey, to hand, to hand over, to pass, to assign, to deliver, to transmit, to transfer {ww.}
aangeven 
toereiken
overgeven 
overbrengen
afdragen 
aanreiken 

I hand
you hand
we hand

ik geef aan
jij geeft aan
wij geven aan
» meer vervoegingen van aangeven

Excuse me, could you pass me the sugar?
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
doorgeven

I hand
you hand
we hand

ik geef door
jij geeft door
wij geven door
» meer vervoegingen van doorgeven

Since I will see him tomorrow, I can give him a message if you want.
Gezien ik hem morgen zal zien kan ik hem een boodschap doorgeven, als je dat wilt.
to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
overleveren

I hand
you hand
we hand

ik lever over
jij levert over
wij leveren over
» meer vervoegingen van overleveren

to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
afdragen
opbrengen

I hand
you hand
we hand

ik draag af
jij draagt af
wij dragen af
» meer vervoegingen van afdragen

to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
aangeven
toesteken
aanreiken

I hand
you hand
we hand

ik geef aan
jij geeft aan
wij geven aan
» meer vervoegingen van aangeven



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

They went hand in hand.

Ze liepen hand in hand.

Please hand in the necessary papers.

Kunt u de benodigde papieren inleveren?

Hand in the three sheets of paper together.

Geef de drie bladen samen af.

You are holding my hand in that picture.

Je houdt m'n hand vast op die foto.

John and Mary always walk hand in hand.

John en Mary lopen altijd hand in hand.


Gerelateerd aan hand in

give in - hand - hand over - convey - pass - assign - deliver - transmit - transfer - give - pass on - reach - turn overgive - pay