Vertaling van moment

Inhoud:

Engels
Nederlands
moment {zn.}
moment 
Earthquakes may occur at any moment.
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
May I bother you for a moment?
Mag ik je een moment storen?
instant, moment, time {zn.}
moment 
ogenblik 
wip
wijl
tijdstip
tel [m]
oogwenk
I’m on a diet at the moment.
Voor het ogenblik ben ik op dieet.
I'm on campus at the moment.
Ik ben op dit moment op de campus.
dot, period, point, spot, locus, moment, question, full stop, stop {zn.}
punt 
stip
spikkel
oog  [o]
I agreed with him on that point.
Ik was het op dat punt met hem eens.
In the Netherlands, it is the custom that, when during the construction of a house the highest point has been reached and the roof is ready for tiling, the client treats…
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers…
bit, minute, mo, moment, second {zn.}
moment [o] (het ~)
minuut
ogenblik [o] (het ~)
seconde
punt [o] (het ~)
tel [m] (de ~)
That clock is one minute fast.
Die klok loopt één minuut voor.
He'll be here any second.
Hij kan er elke seconde zijn.
instant, minute, moment, second {zn.}
moment [o] (het ~)
ogenblik [o] (het ~)
uur [o] (het ~)
tijd [m] (de ~)
ure
stonde [m] (de ~)
tijdstip [o] (het ~)
You've turned up at the right moment.
Je komt precies op tijd.
One moment please!
Een ogenblik alsjeblieft!


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Just a moment ...

Een ogenblikje...

Think for a moment.

Denk even na.

He hesitated for a moment.

Hij twijfelde even.

Give us a moment alone.

Laat ons even alleen zijn.

Earthquakes may occur at any moment.

Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.

I’m on a diet at the moment.

Voor het ogenblik ben ik op dieet.

I'm on campus at the moment.

Ik ben op dit moment op de campus.

May I bother you for a moment?

Mag ik je een moment storen?

You've turned up at the right moment.

Je komt precies op tijd.

One moment please!

Een ogenblik alsjeblieft!

I don't have enough money at the moment.

Ik heb niet genoeg geld voor het ogenblik.

That's all I can say at the moment.

Dat is al wat ik op dit ogenblik kan zeggen.

Was there a book on the desk a moment ago?

Was er zo-even een boek op het bureau?

The meeting room is occupied at the moment.

De vergaderzaal is momenteel bezet.

I'm a person who lives for the moment.

Ik ben iemand die leeft bij het moment.


Gerelateerd aan moment

instant - time - dot - period - point - spot - locus - question - full stop - stop - bit - minute - mo - secondinstant - time