Vertaling van occupied
bezig
in gesprek
volhandig
verliezen
absorberen
opslorpen
I occupied
you occupied
he/she/it occupied
ik verloor
jij verloor
hij/zij/het verloor
» meer vervoegingen van verliezen
I occupied
you occupied
he/she/it occupied
ik besloeg
jij besloeg
hij/zij/het besloeg
» meer vervoegingen van beslaan
I occupied
you occupied
he/she/it occupied
ik betrok
jij betrok
hij/zij/het betrok
» meer vervoegingen van betrekken
inpakken
inpalmen
absorberen
opslorpen
I occupied
you occupied
he/she/it occupied
ik pakte in
jij pakte in
hij/zij/het pakte in
» meer vervoegingen van inpakken
I occupied
you occupied
he/she/it occupied
ik besloeg
jij besloeg
hij/zij/het besloeg
» meer vervoegingen van beslaan
Voorbeelden in zinsverband
It's occupied.
Het is bezet.
The meeting room is occupied at the moment.
De vergaderzaal is momenteel bezet.