Vertaling van to brush

Inhoud:

Engels
Nederlands
to brush {ww.}
schuieren
borstelen

I brush
you brush
we brush

ik schuier
jij schuiert
wij schuieren
» meer vervoegingen van schuieren

to touch upon, to brush, to skim {ww.}
aanzitten
aanroeren

I brush
you brush
we brush

ik zit aan
jij zit aan
wij zitten aan
» meer vervoegingen van aanzitten

to brush {ww.}
strijken

I brush
you brush
we brush

ik strijk
jij strijkt
wij strijken
» meer vervoegingen van strijken

to brush {ww.}
afkloppen
afslaan

I brush
you brush
we brush

ik klop af
jij klopt af
wij kloppen af
» meer vervoegingen van afkloppen

to brush {ww.}
uitborstelen
afschuieren
schuieren
borstelen

I brush
you brush
we brush

ik borstel uit
jij borstelt uit
wij borstelen uit
» meer vervoegingen van uitborstelen

to brush {ww.}
afborstelen

I brush
you brush
we brush

ik borstel af
jij borstelt af
wij borstelen af
» meer vervoegingen van afborstelen

to brush {ww.}
strijken

I brush
you brush
we brush

ik strijk
jij strijkt
wij strijken
» meer vervoegingen van strijken

to brush {ww.}
borstelen

I brush
you brush
we brush

ik borstel
jij borstelt
wij borstelen
» meer vervoegingen van borstelen

to brush {ww.}
aanstippen

I brush
you brush
we brush

ik stip aan
jij stipt aan
wij stippen aan
» meer vervoegingen van aanstippen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I have to brush my teeth.

Ik moet mijn tanden poetsen.

He went to the United States last year to brush up his English.

Hij ging vorig jaar naar Amerika om zijn Engels bij te schaven.

He went to America last year to brush up his English.

Hij ging vorig jaar naar Amerika om zijn Engels bij te schaven.


Gerelateerd aan to brush

brush - touch upon - skimslide - remove - clean - beat - brush - rub - adjoin