Vertaling van to find

Inhoud:

Engels
Nederlands
to find, to notice, to perceive, to discern {ww.}
waarnemen 
vernemen
merken 
bemerken 
gewaar worden

I find
you find
we find

ik neem waar
jij neemt waar
wij nemen waar
» meer vervoegingen van waarnemen

to find, to locate, to strike, to spot {ww.}
vinden 
aantreffen 
treffen 
bevinden 

I find
you find
we find

ik vind
jij vindt
wij vinden
» meer vervoegingen van vinden

Can you find it?
Kan je het vinden?
I must find it.
Ik moet het vinden.
to catch, to hit, to run across, to strike, to attain, to encounter, to find, to score, to run up against {ww.}
halen
treffen 
teisteren
raken 
inslaan

I find
you find
we find

ik haal
jij haalt
wij halen
» meer vervoegingen van halen

I must catch the first train.
Ik moet de eerste trein halen.
Let's hurry so we can catch the bus.
Laten we opschieten om de bus te halen.
to invent, to discover, to find, to unearth {ww.}
uitvinden 
komen achter

I find
you find
we find

ik vind uit
jij vindt uit
wij vinden uit
» meer vervoegingen van uitvinden

to abstract, to gather, to induce, to infer, to conclude, to find {ww.}
een gevolgtrekking maken
besluiten 
concluderen
afleiden 

I find
you find
we find

ik besluit
jij besluit
wij besluiten
» meer vervoegingen van besluiten



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I have to find it.

Ik moet het vinden.

It became difficult to find buffalo.

Het werd moeilijk om buffels te vinden.

It's hard to find a suitable translation.

Het is moeilijk een geschikte vertaling te vinden.

I don't want Tom to find Mary.

Ik wil niet dat Tom Mary vindt.

She's curious to find out who sent the flowers.

Ze wil weten wie de bloemen stuurde.

I awoke to find a burglar in my room.

Ik werd wakker en zag een inbreker in mijn kamer.

I need to find something interesting to do.

Ik moet iets interessants vinden om te doen.

The police will get you to find the bullets.

De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.

It's a word I'd like to find a substitute for.

Het is een woord waarvoor ik graag een vervanging zou vinden.

I don't want Tom to find me again.

Ik wil niet dat Tom me weer vindt.

He had the fortune to find a job.

Hij had het geluk een baan te vinden.

The only thing that matters is to find a cheap car.

Het enige wat telt is het vinden van een goedkope auto.

I was lucky that I was able to find a good babysitter.

Ik heb geluk gehad dat ik er in geslaagd ben een goede babysit te vinden.

Last year I returned home and was surprised to find both the village and the people completely changed.

Vorig jaar kwam ik terug thuis en was ik verrast, dat het dorp en de mensen helemaal veranderd waren.

All Tom wanted was to find a woman who would accept all the love he had to give.

Het enige wat Tom wilde, was een vrouw te vinden die al de liefde die hij te bieden had zou aanvaarden.


Gerelateerd aan to find

find - notice - perceive - discern - locate - strike - spot - catch - hit - run across - attain - encounter - score - run up against - invent