Vertaling van to repair

Inhoud:

Engels
Nederlands
to repair, to remedy {ww.}
repareren
herstellen 
weer goed maken
verhelpen

I repair
you repair
we repair

ik repareer
jij repareert
wij repareren
» meer vervoegingen van repareren

I had my brother repair my bicycle.
Ik liet mijn broer mijn fiets repareren.
I got my son to repair the door.
Ik liet mijn zoon de deur repareren.
to fix, to repair {ww.}
repareren
herstellen 

I repair
you repair
we repair

ik repareer
jij repareert
wij repareren
» meer vervoegingen van repareren

I cannot fix the computer.
Ik kan de computer niet repareren.
We fix all kinds of clocks here.
We repareren allerlei soorten klokken hier.
to fix, to repair, to mend {ww.}
herstellen 
maken 
repareren
verhelpen
verstellen

I repair
you repair
we repair

ik herstel
jij herstelt
wij herstellen
» meer vervoegingen van herstellen

to amend, to rectify, to remediate, to remedy, to repair {ww.}
verhelpen

I repair
you repair
we repair

ik verhelp
jij verhelpt
wij verhelpen
» meer vervoegingen van verhelpen

to animate, to quicken, to reanimate, to recreate, to renovate, to repair, to revive, to revivify, to vivify {ww.}
reactiveren

I repair
you repair
we repair

ik reactiveer
jij reactiveert
wij reactiveren
» meer vervoegingen van reactiveren

to amend, to rectify, to remediate, to remedy, to repair {ww.}
rechtzetten
rechttrekken
rectificeren
rechtbreien

I repair
you repair
we repair

ik zet recht
jij zet recht
wij zetten recht
» meer vervoegingen van rechtzetten

to compensate, to indemnify, to recompense, to repair {ww.}
indemniseren
schadeloosstellen

I repair
you repair
we repair

ik indemniseer
jij indemniseert
wij indemniseren
» meer vervoegingen van indemniseren

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
lappen
verstellen

I repair
you repair
we repair

ik lap
jij lapt
wij lappen
» meer vervoegingen van lappen

to compensate, to indemnify, to recompense, to repair {ww.}
bonificeren
retribueren
vergoeden

I repair
you repair
we repair

ik bonificeer
jij bonificeert
wij bonificeren
» meer vervoegingen van bonificeren

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
boeten

I repair
you repair
we repair

ik boet
jij boet
wij boeten
» meer vervoegingen van boeten

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
dokteren
vijlen

I repair
you repair
we repair

ik dokter
jij doktert
wij dokteren
» meer vervoegingen van dokteren

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
redresseren
repareren
herstellen
maken

I repair
you repair
we repair

ik redresseer
jij redresseert
wij redresseren
» meer vervoegingen van redresseren

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
oplappen
opknappen
opkalefateren

I repair
you repair
we repair

ik lap op
jij lapt op
wij lappen op
» meer vervoegingen van oplappen

to animate, to quicken, to reanimate, to recreate, to renovate, to repair, to revive, to revivify, to vivify {ww.}
opleven
herleven
herrijzen
opbloeien

I repair
you repair
we repair

ik leef op
jij leeft op
wij leven op
» meer vervoegingen van opleven

to bushel, to doctor, to fix, to furbish up, to mend, to repair, to restore, to touch on {ww.}
lijmen

I repair
you repair
we repair

ik lijm
jij lijmt
wij lijmen
» meer vervoegingen van lijmen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I got my son to repair the door.

Ik liet mijn zoon de deur repareren.

It is cheaper to repair the bike than to buy a new one.

Het is goedkoper om de fiets te repareren dan een nieuwe te kopen.


Gerelateerd aan to repair

repair - remedy - fix - mend - amend - rectify - remediate - animate - quicken - reanimate - recreate - renovate - revive - revivify - vivifybushel - activate - recoup - compensate - reimburse - ameliorate - process - convalesce