Vertaling van trap

Inhoud:

Engels
Nederlands
to capture, to catch, to grapple, to captivate, to grab, to seize, to trap, to apprehend, to bag {ww.}
beetkrijgen
beetnemen 
pakken
vangen
vastpakken
vatten 

I trap
you trap
we trap

ik krijg beet
jij krijgt beet
wij krijgen beet
» meer vervoegingen van beetkrijgen

snare, trap {zn.}
valstrik
val 
slag  [m]
It's a trap!
Het is een valstrik!
trap {zn.}
sifon [m] (de ~)
trap {zn.}
stoomklep [m] (de ~)
stoomafsluiter
trap {zn.}
zandfilter
trap {zn.}
klem [m] (de ~)
trap {zn.}
val [m] (de ~)
trap {zn.}
strop
trap {zn.}
scheur [m] (de ~)
trap {zn.}
stankafsluiter
zwanenhals [m] (de ~)
kraanhals
to ensnare, to entrap, to snare, to trammel, to trap {ww.}
bijsluiten
insluiten

I trap
you trap
we trap

ik sluit bij
jij sluit bij
wij sluiten bij
» meer vervoegingen van bijsluiten

to immobilise, to immobilize, to pin, to trap {ww.}
inklemmen

I trap
you trap
we trap

ik klem in
jij klemt in
wij klemmen in
» meer vervoegingen van inklemmen

cakehole, gob, hole, maw, trap, yap {zn.}
bijt [m] (de ~)
ambuscade, ambush, lying in wait, trap {zn.}
valstrik [m] (de ~)
val
cakehole, gob, hole, maw, trap, yap {zn.}
snater [m] (de ~)
snavel [m] (de ~)
tater [m] (de ~)
waffel [m] (de ~)
wafel [m] (de ~)
kwek [m] (de ~)
bunker, sand trap, trap {zn.}
bunker
bunker, sand trap, trap {zn.}
kolenruim
kolenbunker
ambuscade, ambush, lying in wait, trap {zn.}
hinderlaag [m] (de ~)
ambuscade, ambush, lying in wait, trap {zn.}
valluik [o] (het ~)