Vertaling van ben

Inhoud:

Nederlands
Engels
ben [v], korf [m], mand [v], slof [m] {zn.}
basket
Leg alles in mijn korf.
Put everything in my basket.
Er waren veel rotte appels in de mand.
There were many rotten apples in the basket.
ben {zn.}
creel
wezen, zijn {ww.}
to be 

ik ben

Dat zou oneerlijk zijn.
That would be unfair.
Laat ons eerlijk zijn.
Let's be fair.
zijn, wezen {ww.}
to be
to exist

ik ben

Er zijn veel sterren die groter zijn dan onze zon.
There exist several stars which are larger than our Sun.
Feiten houden niet op te bestaan omdat ze genegeerd zijn.
Facts do not cease to exist because they are ignored.
zijn, vormen, uitmaken {ww.}
to be
to represent
to make up
to constitute
to comprise

ik ben

Laten we vrienden zijn.
Let's be friends.
Laat ons eerlijk zijn.
Let's be honest.
occuperen, bezighouden, zijn, ophouden {ww.}
to work

ik ben

I work
» meer vervoegingen van to work

Morgen moet het werk af zijn.
The work must be completed by tomorrow.
Mijn vader gaat met de fiets naar zijn werk.
My father goes to work by bike.
zijn {ww.}
to belong to
to belong

ik ben

I belong
» meer vervoegingen van to belong

De meeste arbeiders zijn lid van een vakbond.
Most workers belong to unions.
pozen, toeven, vertoeven, verwijlen, zijn, zitten, bevinden, wezen, ophouden, verkeren, uithangen {ww.}
to be

ik ben

Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.
Is this supposed to be a currant bun? You almost need to cycle from one currant to another, so few are there.
Het gaat bewolkt zijn.
It will be cloudy.
zijn, bedragen, komen, kosten, maken, worden, belopen {ww.}
to be
to cost

ik ben



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik ben het.

It's me!

Ben je een tovenaar?

Are you a wizard?

Ben je thuis?

Are you home?

Ik ben erg kort.

I'm very short.

Ben je doof?

Are you deaf?

Ik ben oude.

I'm old.

Ben je klaar?

Have you finished?

Ik ben 19 jaar.

I am 19 years old.

Ik ben verkouden.

I've caught a cold.

Ik ben van Shikoku.

I am from Shikoku.

Pardon, ik ben verdwaald.

Excuse me, I'm lost.

Ik ben een held.

I'm a hero.

Ik ben Antonio.

I am Antonio.

Ik ben erg gevaarlijk.

I am very dangerous.

Ik ben Susan Greene.

I'm Susan Greene.


Gerelateerd aan ben

korf - mand - slof - wezen - zijn - vormen - uitmaken - occuperen - bezighouden - ophouden - pozen - toeven - vertoeven - verwijlen - zittenmand - zijn - handelen - behelzen