Vertaling van pak

Inhoud:

Nederlands
Engels
pak [o], pakket [o] {zn.}
package
parcel 
pack
laag, pak [o] {zn.}
bed 
stratum
layer 
pak [o] (het ~), pakje [o] (het ~) {zn.}
packet
dracht [v], gewaad, kostuum, pak [o] {zn.}
suit 
outfit
dress 
costume 
Mooi pak.
Nice suit.
Mijn pak is grijs.
My suit is grey.
pak [o] (het ~) {zn.}
suit
suit of clothes
Mijn pak is grijs.
My suit is gray.
Je stropdas past bij je pak.
Your necktie matches your suit.
beetnemen, pakken, beetpakken {ww.}
to grapple
to grasp
to clutch 

ik pak

I grapple
» meer vervoegingen van to grapple

aanvatten, nemen, oprapen, pakken, vatten {ww.}
to lay hold of
to pick up
to take 
to get 

ik pak

I take
» meer vervoegingen van to take

kleven, pakken, plakken, elkaar aantrekken {ww.}
to adhere 
to cleave
to cling
to cohere
to stick

ik pak

I adhere
» meer vervoegingen van to adhere

pakken, inpakken, verpakken {ww.}
to pack
to package
to wrap up

ik pak

I pack
» meer vervoegingen van to pack

beetkrijgen, beetnemen, pakken, vangen, vastpakken, vatten {ww.}
to capture 
to catch 
to grapple
to captivate
to grab 
to seize 
to trap 
to apprehend
to bag 

ik pak

I capture
» meer vervoegingen van to capture

emballeren, pakken, inpakken {ww.}
to pack
to wrap up

ik pak

I pack
» meer vervoegingen van to pack

pakket [o] (het ~), pak [o] (het ~) {zn.}
parcel
package
hoop [m] (de ~), bende [m] (de ~), berg [m] (de ~), kwak, lading [v] (de ~), massa [m] (de ~), schep, stelletje, stoot [m] (de ~), troep, veelheid [v] (de ~), vracht, zooi [m] (de ~), zwik [m] (de ~), pak [o] (het ~), smak [m] (de ~), bom, bulk [m] (de ~), sjees [m] (de ~), boel [m] (de ~) {zn.}
mountain
lot
mass
sight
pile
peck
passel
deal
tidy sum
spate
plenty
quite a little
flock
heap
hatful
great deal
good deal
pot
mess
raft
mickle
slew
mint
stack
muckle
wad
batch
Bekijk deze hoge berg.
Look at this high mountain.
Ik ga naar de berg.
I go to the mountain.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Pak 'm.

Get him!

Mooi pak.

Nice suit.

Mijn pak is grijs.

My suit is grey.

Mijn pak is grijs.

My suit is gray.

Pak die kat niet op.

Don't pick up the cat.

Wil je een pak rammel?

You want to get a beating?

Pak een boek en lees het!

Take a book and read it!

Je schoenen passen niet bij dat pak.

Your shoes do not go with the suit.

Je stropdas past bij je pak.

Your necktie matches your suit.

Je schoenen passen niet bij dat pak.

Your shoes don't go with that outfit.

Die schoenen passen niet met het pak.

Those shoes do not go with the suit.

De das past niet bij mijn pak.

The tie doesn't fit with my suit.

Ik wil een pak gemaakt van dit materiaal.

I want a suit made of this material.

"Ik ben in een Armaniwinkel een pak aan het kopen, natuurlijk," antwoordde Dima.

"I'm in an Armani store buying a suit, of course," Dima replied.

Dima paste het pak, maar het bleek te groot te zijn.

Trying on the suit, Dima found it to be too big.


Gerelateerd aan pak

pakket - laag - pakje - dracht - gewaad - kostuum - beetnemen - pakken - beetpakken - aanvatten - nemen - oprapen - vatten - kleven - plakkenverpakking - kleding - vastzitten - groep - hoeveelheid