Vertaling van zich aanpassen

Inhoud:

Nederlands
Engels
zich aanpassen {ww.}
to conform
to adjust 
to accommodate 
to adapt 
accommoderen, schikken, aanpassen, richten, assimileren, plooien, voegen, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
to adapt 
to conform
to adjust
to accommodate oneself
to adapt oneself
Hij kon zich niet aan nieuwe omstandigheden aanpassen.
He couldn't adapt to new circumstances.
wennen, gewennen, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
to conform
to adjust
to adapt 
to accommodate oneself
to adapt oneself
wennen, acclimatiseren, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
to conform
to adjust
to adapt 
to accommodate oneself
to adapt oneself
bijsturen, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
to conform
to adjust
to adapt 
to accommodate oneself
to adapt oneself
conformeren, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
to conform
to adjust
to adapt 
to accommodate oneself
to adapt oneself
rijmen, zich aanpassen {ww.}
to adhere 
to comply 
to conform