Vertaling van bedienen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bedienen {ww.}
bedienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient
» meer vervoegingen van bedienen

bedienen {ww.}
bedienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient
» meer vervoegingen van bedienen

bedienen {ww.}
bedienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient
» meer vervoegingen van bedienen

zalven, bedienen {ww.}
zalven
bedienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik zalf
jij zalft
hij/zij/het zalft
» meer vervoegingen van zalven

helpen, van dienst zijn, bedienen, dienen {ww.}
helpen
van dienst zijn
bedienen
dienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik help
jij helpt
hij/zij/het helpt
» meer vervoegingen van helpen

Goedendag, waarmee kan ik u van dienst zijn?
Goedendag, waarmee kan ik u van dienst zijn?
"Kan iemand mij helpen?" "Ik zal helpen."
"Kan iemand mij helpen?" "Ik zal helpen."
bedienen {ww.}
bedienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient
» meer vervoegingen van bedienen

bedienen {ww.}
bedienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient
» meer vervoegingen van bedienen

helpen, bedienen {ww.}
helpen
bedienen {ww.}

ik bedien
jij bedient
hij/zij/het bedient

ik help
jij helpt
hij/zij/het helpt
» meer vervoegingen van helpen

We zouden graag helpen.
We zouden graag helpen.
Kan ik helpen?
Kan ik helpen?


Gerelateerd aan bedienen

zalven - helpen - van dienst zijn - dienenopscheppen - aanwenden - bedienen - gerieven