Vertaling van fles
fles
zak
vat
emmer
pot
kist
korf
urn
kruik
krat
koker
foedraal
etui
bak {zn.}
flessen
tillen
snijden
uitkleden
pluimen
plukken
kaalplukken
bezwendelen
aderlaten
afzetten {ww.}
ik laat ader
jij laat ader
hij/zij/het laat ader
ik scheer
jij scheert
hij/zij/het scheert
» meer vervoegingen van scheren
Voorbeelden in zinsverband
Open de fles alsjeblieft.
Open de fles alsjeblieft.
Ze stalen mijn fles wijn!
Ze stalen mijn fles wijn!
De fles is van glas.
De fles is van glas.
Geef me een fles wijn.
Geef me een fles wijn.
Vul deze fles met water.
Vul deze fles met water.
Er zit geen water meer in de fles.
Er zit geen water meer in de fles.
Er was een klein beetje melk over in de fles.
Er was een klein beetje melk over in de fles.
Ik smeek het je, geef me een fles.
Ik smeek het je, geef me een fles.
Ze vierden het succes door een fles wijn te openen.
Ze vierden het succes door een fles wijn te openen.
Doe de dop terug op de fles voor het geval de kat hem omstoot.
Doe de dop terug op de fles voor het geval de kat hem omstoot.
"Weet ik," zei Al-Sayib, terwijl hij een nieuwe fles Fanta haalde. "Dit is een serieuze aangelegenheid. Maar waarom bel je?"
"Weet ik," zei Al-Sayib, terwijl hij een nieuwe fles Fanta haalde. "Dit is een serieuze aangelegenheid. Maar waarom bel je?"