Vertaling van golven
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
golven {ww.}
golven {ww.}
ik golf
jij golft
hij/zij/het golft
ik golf
jij golft
hij/zij/het golft
» meer vervoegingen van golven
Ze zat op een leeg strand naar de één voor één aanspoelende golven te kijken.
Ze zat op een leeg strand naar de één voor één aanspoelende golven te kijken.
Rustig te midden van woeste golven
Rustig te midden van woeste golven
golven, deinen, unduleren {ww.}
golven
deinen
unduleren {ww.}
deinen
unduleren {ww.}
ik dein
jij deint
hij/zij/het deint
ik golf
jij golft
hij/zij/het golft
» meer vervoegingen van golven
Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken
Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken
golven {ww.}
golven {ww.}
ik golf
jij golft
hij/zij/het golft
ik golf
jij golft
hij/zij/het golft
» meer vervoegingen van golven
golven {zn.}
golven {zn.}
golf (mv. golven), golfspel {zn.}
golf (mv. golven)
golfspel {zn.}
golfspel {zn.}
baar , golf (mv. golven), gulp {zn.}
baar
golf (mv. golven)
gulp {zn.}
golf (mv. golven)
gulp {zn.}
golf {zn.}
golf {zn.}
Zijn vader speelt geen golf.
Zijn vader speelt geen golf.
Hij speelt elke zondag golf.
Hij speelt elke zondag golf.
golf {zn.}
golf {zn.}
Ik ben gek op golf.
Ik ben gek op golf.
Hij is golf aan het spelen.
Hij is golf aan het spelen.
golf , zeeboezem, boezem {zn.}
golf
zeeboezem
boezem {zn.}
zeeboezem
boezem {zn.}
Ik ben een grote fan van golf.
Ik ben een grote fan van golf.
golf {zn.}
golf {zn.}
golf , gulp , zwalp, guts {zn.}
golf
gulp
zwalp
guts {zn.}
gulp
zwalp
guts {zn.}
golf {zn.}
golf {zn.}
golf {zn.}
golf {zn.}
golf (mv. golven) {zn.}
golf (mv. golven) {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Rustig te midden van woeste golven
Rustig te midden van woeste golven
Ze zat op een leeg strand naar de één voor één aanspoelende golven te kijken.
Ze zat op een leeg strand naar de één voor één aanspoelende golven te kijken.
Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken
Geschud door de golven, maar zij zal niet zinken