Vertaling van hef
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
tillen, verheffen, oprichten, ophalen, heffen, beuren {ww.}
tillen
verheffen
oprichten
ophalen
heffen
beuren {ww.}
verheffen
oprichten
ophalen
heffen
beuren {ww.}
ik beur
jij beurt
hij/zij/het beurt
ik til
jij tilt
hij/zij/het tilt
» meer vervoegingen van tillen
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
Hij is sterk genoeg om dat op te tillen.
dik , hef, droes, moer , wijndroesem, wijndrab, grondsop, drab , depot, droesem {zn.}
dik
hef
droes
moer
wijndroesem
wijndrab
grondsop
drab
depot
droesem {zn.}
hef
droes
moer
wijndroesem
wijndrab
grondsop
drab
depot
droesem {zn.}
De vrouw is dik.
De vrouw is dik.
Ik ben zo dik.
Ik ben zo dik.
tillen, opnemen, lichten, opbeuren, opheffen, oplichten, heffen, omhoogtillen, beuren, optillen {ww.}
tillen
opnemen
lichten
opbeuren
opheffen
oplichten
heffen
omhoogtillen
beuren
optillen {ww.}
opnemen
lichten
opbeuren
opheffen
oplichten
heffen
omhoogtillen
beuren
optillen {ww.}
ik beur
jij beurt
hij/zij/het beurt
ik til
jij tilt
hij/zij/het tilt
» meer vervoegingen van tillen
Kun je die pan even voor me opbeuren, dan leg ik deze onderzetter eronder.
Kun je die pan even voor me opbeuren, dan leg ik deze onderzetter eronder.
Plots gingen de lichten uit.
Plots gingen de lichten uit.
rekwireren, heffen, vorderen {ww.}
rekwireren
heffen
vorderen {ww.}
heffen
vorderen {ww.}
ik hef
jij heft
hij/zij/het heft
ik rekwireer
jij rekwireert
hij/zij/het rekwireert
» meer vervoegingen van rekwireren