Vertaling van ketenen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
ketenen {ww.}
ketenen {ww.}
ik keten
jij ketent
hij/zij/het ketent
ik keten
jij ketent
hij/zij/het ketent
» meer vervoegingen van ketenen
ketenen, kluisteren, boeien {ww.}
ketenen
kluisteren
boeien {ww.}
kluisteren
boeien {ww.}
ik boei
jij boeit
hij/zij/het boeit
ik keten
jij ketent
hij/zij/het ketent
» meer vervoegingen van ketenen
boeien, paternosteren, vastketenen, ketenen {ww.}
boeien
paternosteren
vastketenen
ketenen {ww.}
paternosteren
vastketenen
ketenen {ww.}
ik boei
jij boeit
hij/zij/het boeit
ik boei
jij boeit
hij/zij/het boeit
» meer vervoegingen van boeien
kluister , keten (mv. ketenen) , boei {zn.}
kluister
keten (mv. ketenen)
boei {zn.}
keten (mv. ketenen)
boei {zn.}
ketting , keten (mv. ketenen) {zn.}
ketting
keten (mv. ketenen) {zn.}
keten (mv. ketenen) {zn.}
kortwieken, binden, knotten, knevelen, ketenen, breidelen, beknotten {ww.}
kortwieken
binden
knotten
knevelen
ketenen
breidelen
beknotten {ww.}
binden
knotten
knevelen
ketenen
breidelen
beknotten {ww.}
ik beknot
jij beknot
hij/zij/het beknot
ik kortwiek
jij kortwiekt
hij/zij/het kortwiekt
» meer vervoegingen van kortwieken
keten {zn.}
keten {zn.}
keten (mv. ketenen) {zn.}
keten (mv. ketenen) {zn.}
keten (mv. ketenen) {zn.}
keten (mv. ketenen) {zn.}
keten (mv. ketenen) {ww.}
keten (mv. ketenen) {ww.}