Vertaling van kussen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
kussen, zoenen {ww.}
kussen
zoenen {ww.}
zoenen {ww.}
ik kus
jij kust
hij/zij/het kust
ik kus
jij kust
hij/zij/het kust
» meer vervoegingen van kussen
Laat ons zoenen.
Laat ons zoenen.
Ik wil je zoenen.
Ik wil je zoenen.
kussen , oorkussen , hoofdkussen {zn.}
kussen
oorkussen
hoofdkussen {zn.}
oorkussen
hoofdkussen {zn.}
Ledigheid is des duivels oorkussen.
Ledigheid is des duivels oorkussen.
U mag nu de bruid kussen.
U mag nu de bruid kussen.
kussen {zn.}
kussen {zn.}
Tom besloot om zonder kussen proberen te slapen.
Tom besloot om zonder kussen proberen te slapen.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
kussen, zoenen, aflikken, aflebberen {ww.}
kussen
zoenen
aflikken
aflebberen {ww.}
zoenen
aflikken
aflebberen {ww.}
ik lebber af
jij lebbert af
hij/zij/het lebbert af
ik kus
jij kust
hij/zij/het kust
» meer vervoegingen van kussen
kussen , kussentje {zn.}
kussen
kussentje {zn.}
kussentje {zn.}
kussen, kussentje {zn.}
kussen
kussentje {zn.}
kussentje {zn.}
kus , zoen , lik , smok, smak , kukkel {zn.}
kus
zoen
lik
smok
smak
kukkel {zn.}
zoen
lik
smok
smak
kukkel {zn.}
Ik kus met open ogen.
Ik kus met open ogen.
Hun kus was ontdekt door Charlotte.
Hun kus was ontdekt door Charlotte.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
U mag nu de bruid kussen.
U mag nu de bruid kussen.
Tom besloot om zonder kussen proberen te slapen.
Tom besloot om zonder kussen proberen te slapen.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.