Vertaling van smak

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
smak {zn.}
smak {zn.}
pakkerd, smak, klapzoen {zn.}
pakkerd
smak
klapzoen {zn.}
smak [m] (de ~) {zn.}
smak [m] (de ~) {zn.}
smakken {ww.}
smakken {ww.}

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt
» meer vervoegingen van smakken

kus [m] (de ~), zoen [m] (de ~), lik [m] (de ~), smok, smak [m] (de ~), kukkel {zn.}
kus [m] (de ~)
zoen [m] (de ~)
lik [m] (de ~)
smok
smak [m] (de ~)
kukkel {zn.}
Ik kus met open ogen.
Ik kus met open ogen.
Hun kus was ontdekt door Charlotte.
Hun kus was ontdekt door Charlotte.
hoop [m] (de ~), berg [m] (de ~), pak [o] (het ~), massa [m] (de ~), boel [m] (de ~), bom, stoot [m] (de ~), veelheid [v] (de ~), kwak, sjees [m] (de ~), bulk [m] (de ~), smak [m] (de ~), zwik [m] (de ~), zooi [m] (de ~), vracht, bende [m] (de ~), troep, stelletje, schep, lading [v] (de ~) {zn.}
hoop [m] (de ~)
berg [m] (de ~)
pak [o] (het ~)
massa [m] (de ~)
boel [m] (de ~)
bom
stoot [m] (de ~)
veelheid [v] (de ~)
kwak
sjees [m] (de ~)
bulk [m] (de ~)
smak [m] (de ~)
zwik [m] (de ~)
zooi [m] (de ~)
vracht
bende [m] (de ~)
troep
stelletje
schep
lading [v] (de ~) {zn.}
Pak 'm.
Pak 'm.
Mooi pak.
Mooi pak.
klap [m] (de ~), smak [m] (de ~), bons [m] (de ~) {zn.}
klap [m] (de ~)
smak [m] (de ~)
bons [m] (de ~) {zn.}
Als je het geel verft, sla je twee vliegen in één klap: én het valt goed op, én je bespaart geld omdat je verf kunt gebruiken die je al in huis hebt.
Als je het geel verft, sla je twee vliegen in één klap: én het valt goed op, én je bespaart geld omdat je verf kunt gebruiken die je al in huis hebt.
smakken {ww.}
smakken {ww.}

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt
» meer vervoegingen van smakken

smakken {ww.}
smakken {ww.}

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt
» meer vervoegingen van smakken

smakken {ww.}
smakken {ww.}

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt

ik smak
jij smakt
hij/zij/het smakt
» meer vervoegingen van smakken



Gerelateerd aan smak

synoniemen

pakkerd - klapzoen - smakken - kus - zoen - lik - smok - kukkel - hoop - berg - pak - massa - boel - bom - stoot

verwante termen

duikeling - liefkozing - hoeveelheid - geluidje - uitklinken - bliksemen - vallen