Vertaling van mens
menselijk wezen {zn.}
ziel
sterveling
mensenkind
homo sapiens {zn.}
wijf
wijfie
mokkel
vrouwspersoon
gleuf
vrouwmens
gleufdier {zn.}
persoon
mens
figuur {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Een mens moet werken.
Een mens moet werken.
De mens is een wolf voor de mens.
De mens is een wolf voor de mens.
De mens wikt, God beschikt.
De mens wikt, God beschikt.
Ik ben een vrije mens.
Ik ben een vrije mens.
Vader is een goed mens.
Vader is een goed mens.
Ken lijkt een vriendelijke mens te zijn.
Ken lijkt een vriendelijke mens te zijn.
De mens is voorbestemd tot lijden.
De mens is voorbestemd tot lijden.
Meneer White is een verstandige mens.
Meneer White is een verstandige mens.
Hij ziet er een goed mens uit.
Hij ziet er een goed mens uit.
Red een mens. Eet een kannibaal op.
Red een mens. Eet een kannibaal op.
Een mens leeft niet van brood alleen.
Een mens leeft niet van brood alleen.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Zie de mens
Zie de mens
Het is het lot van de mens om te lijden.
Het is het lot van de mens om te lijden.
Lindbergh was de eerste mens die de Atlantische Oceaan overvloog.
Lindbergh was de eerste mens die de Atlantische Oceaan overvloog.