Vertaling van paffen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
schieten, vuren, paffen {ww.}
schieten
vuren
paffen {ww.}

ik paf
jij paft
hij/zij/het paft

ik schiet
jij schiet
hij/zij/het schiet
» meer vervoegingen van schieten

Hij was bang dat je op hem ging schieten.
Hij was bang dat je op hem ging schieten.
Ze maken veel ruzie, maar voor het grootste deel schieten ze goed met elkaar op.
Ze maken veel ruzie, maar voor het grootste deel schieten ze goed met elkaar op.
schieten, knallen, paffen, vuren, afdrukken {ww.}
schieten
knallen
paffen
vuren
afdrukken {ww.}

ik druk af
jij drukt af
hij/zij/het drukt af

ik schiet
jij schiet
hij/zij/het schiet
» meer vervoegingen van schieten

Er moet inderdaad wat gedaan worden aan het probleem, maar dit is met een kanon op een mug schieten.
Er moet inderdaad wat gedaan worden aan het probleem, maar dit is met een kanon op een mug schieten.
roken, oproken, paffen, smoken, dampen {ww.}
roken
oproken
paffen
smoken
dampen {ww.}

ik damp
jij dampt
hij/zij/het dampt

ik rook
jij rookt
hij/zij/het rookt
» meer vervoegingen van roken

Wilt ge roken?
Wilt ge roken?
Roken is toegestaan.
Roken is toegestaan.


Gerelateerd aan paffen

schieten - vuren - knallen - afdrukken - roken - oproken - smoken - dampenverplaatsen - gebruiken