Vertaling van pis
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
pies, pis, urine {zn.}
pies
pis
urine {zn.}
pis
urine {zn.}
plassen, urineren, piesen, pissen, een plas doen {ww.}
plassen
urineren
piesen
pissen
een plas doen {ww.}
urineren
piesen
pissen
een plas doen {ww.}
ik pies
jij piest
hij/zij/het piest
ik plas
jij plast
hij/zij/het plast
» meer vervoegingen van plassen
Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.
Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.
Het regent dat het giet! Op straat zijn overal plassen, en het water stroomt van de daken.
Het regent dat het giet! Op straat zijn overal plassen, en het water stroomt van de daken.
plas , zeik , pies , pis , urine {zn.}
plas
zeik
pies
pis
urine {zn.}
zeik
pies
pis
urine {zn.}
regenen, pissen, piesen, majemen {ww.}
regenen
pissen
piesen
majemen {ww.}
pissen
piesen
majemen {ww.}
ik pies
jij piest
hij/zij/het piest
ik pis
jij pist
hij/zij/het pist
» meer vervoegingen van pissen
Het zal regenen vanmiddag.
Het zal regenen vanmiddag.
Gaat het morgen regenen?
Gaat het morgen regenen?
plassen, zeiken, wateren, urineren, sassen, pissen, piesen {ww.}
plassen
zeiken
wateren
urineren
sassen
pissen
piesen {ww.}
zeiken
wateren
urineren
sassen
pissen
piesen {ww.}
ik pies
jij piest
hij/zij/het piest
ik plas
jij plast
hij/zij/het plast
» meer vervoegingen van plassen