Vertaling van slikken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
slikken, slokken, doorslikken, inslikken {ww.}
slikken
slokken
doorslikken
inslikken {ww.}

ik slik door
jij slikt door
hij/zij/het slikt door

ik slik
jij slikt
hij/zij/het slikt
» meer vervoegingen van slikken

Wist je dat mannen die regelmatig de pil slikken niet zwanger raken?
Wist je dat mannen die regelmatig de pil slikken niet zwanger raken?
slikken {ww.}
slikken {ww.}

ik slik
jij slikt
hij/zij/het slikt

ik slik
jij slikt
hij/zij/het slikt
» meer vervoegingen van slikken

slikken, inslikken, doorslikken {ww.}
slikken
inslikken
doorslikken {ww.}

ik slik door
jij slikt door
hij/zij/het slikt door

ik slik
jij slikt
hij/zij/het slikt
» meer vervoegingen van slikken

slib [o], slik (mv. slikken) [o], modder [m], slijk [o], drek [m] {zn.}
slib [o]
slik (mv. slikken) [o]
modder [m]
slijk [o]
drek [m] {zn.}
nemen, aanvaarden, accepteren, slikken, pikken, vreten {ww.}
nemen
aanvaarden
accepteren
slikken
pikken
vreten {ww.}

ik aanvaard
jij aanvaardt
hij/zij/het aanvaardt

ik neem
jij neemt
hij/zij/het neemt
» meer vervoegingen van nemen

We accepteren cheques.
We accepteren cheques.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
Vergeet me niet op te pikken om zes uur morgenochtend.
slobber, slijk [o] (het ~), slik (mv. slikken) [o] (het ~), slib, prut, blubber [m] (de ~), bagger [m] (de ~), modder [m] (de ~) {zn.}
slobber
slijk [o] (het ~)
slik (mv. slikken) [o] (het ~)
slib
prut
blubber [m] (de ~)
bagger [m] (de ~)
modder [m] (de ~) {zn.}
aanslibbing, slik (mv. slikken) [m] (de ~), slib [o] (het ~) {zn.}
aanslibbing
slik (mv. slikken) [m] (de ~)
slib [o] (het ~) {zn.}


Gerelateerd aan slikken

slokken - doorslikken - inslikken - slib - slik - modder - slijk - drek - nemen - aanvaarden - accepteren - pikken - vreten - slobber - prutinnemen - laten - mengsel - modder