Vertaling van uitwerken
afwerken {ww.}
ik zal afwerken
jij zult afwerken
hij/zij/het zal afwerken
ik zal uitwerken
jij zult uitwerken
hij/zij/het zal uitwerken
» meer vervoegingen van uitwerken
ik zal uitwerken
ik zou uitwerken
jij zult uitwerken
ik zal uitwerken
ik zou uitwerken
jij zult uitwerken
» meer vervoegingen van uitwerken
uitwerken
uitwerking hebben
effect sorteren {ww.}
ik zal uitwerken
ik zou uitwerken
jij zult uitwerken
ik zal werken
ik zou werken
jij zult werken
» meer vervoegingen van werken
uitwerken
ten gevolge hebben {ww.}
ik zal uitwerken
ik zou uitwerken
jij zult uitwerken
ik zal uitwerken
ik zou uitwerken
jij zult uitwerken
» meer vervoegingen van uitwerken
uitwerken {ww.}
ik zal uitwerken
ik zou uitwerken
jij zult uitwerken
ik zal uitwerken
ik zou uitwerken
jij zult uitwerken
» meer vervoegingen van uitwerken
uitwerken {ww.}
ik zal uitsnijden
ik zou uitsnijden
jij zult uitsnijden
ik zal uitsnijden
ik zou uitsnijden
jij zult uitsnijden
» meer vervoegingen van uitsnijden