Vertaling van changed.
I changed
you changed
he/she/it changed
ik kenterde
jij kenterde
hij/zij/het kenterde
» meer vervoegingen van kenteren
I changed
you changed
he/she/it changed
ik veranderde
jij veranderde
hij/zij/het veranderde
» meer vervoegingen van veranderen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik ruilde
jij ruilde
hij/zij/het ruilde
» meer vervoegingen van ruilen
variëren
wisselen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik varieerde
jij varieerde
hij/zij/het varieerde
» meer vervoegingen van variëren
omkleden
I changed
you changed
he/she/it changed
ik verkleedde
jij verkleedde
hij/zij/het verkleedde
» meer vervoegingen van verkleden
omkleden
I changed
you changed
he/she/it changed
ik verkleedde
jij verkleedde
hij/zij/het verkleedde
» meer vervoegingen van verkleden
verwisseling
I changed
inwisselen
omruilen
omwisselen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik ruilde
jij ruilde
hij/zij/het ruilde
» meer vervoegingen van ruilen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik ruilde in
jij ruilde in
hij/zij/het ruilde in
» meer vervoegingen van inruilen
omzetten
gewijzigd
wijzigen
variëren
modificeren
herscheppen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik veranderde
jij veranderde
hij/zij/het veranderde
» meer vervoegingen van veranderen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik hielp
jij hielp
hij/zij/het hielp
» meer vervoegingen van helpen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik contamineerde
jij contamineerde
hij/zij/het contamineerde
» meer vervoegingen van contamineren
I changed
you changed
he/she/it changed
ik bepaalde
jij bepaalde
hij/zij/het bepaalde
» meer vervoegingen van bepalen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik verschoonde
jij verschoonde
hij/zij/het verschoonde
» meer vervoegingen van verschonen
verruilen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik verwisselde
jij verwisselde
hij/zij/het verwisselde
» meer vervoegingen van verwisselen
keren
kenteren
I changed
you changed
he/she/it changed
ik veranderde
jij veranderde
hij/zij/het veranderde
» meer vervoegingen van veranderen
I changed
you changed
he/she/it changed
ik stapte over
jij stapte over
hij/zij/het stapte over
» meer vervoegingen van overstappen
Voorbeelden in zinsverband
He changed his address.
Hij heeft zijn adres gewijzigd.
The world has changed.
De wereld is veranderd.
Tom changed clothes.
Tom omkleedde zich.
I've changed my mind.
Ik heb me bedacht.
Tom changed his mind.
Tom veranderde van gedachte.
Has prison changed them?
Heeft de gevangenis hen veranderd?
Tom changed color.
Tom verkleurde.
Nothing has changed.
Er is niets veranderd.
The rain changed into snow.
De regen ging over in sneeuw.
The rain changed to snow.
De regen veranderde in sneeuw.
He changed school last year.
Hij veranderde van school vorig jaar.
He changed a few words.
Hij veranderde een paar woorden.
Money has changed his life.
Geld heeft zijn leven veranderd.
Eventually, he changed his mind.
Uiteindelijk is hij van gedachten veranderd.
You have changed a lot.
Je bent erg veranderd.