Betekenis van:
bollen

bol (de ~ | meervoud bollen)
Zelfstandig naamwoord
  • rond voorwerp; rond dingetje
"geschubde bollen"
"een bol [wol]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bol (de ~ | meervoud bollen)
Zelfstandig naamwoord
  • bolvormig deel van plant; bloembol
"bollen planten"
"de bollen moeten op tijd de grond in, voor de winter"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bol (de ~ | meervoud bollen)
Zelfstandig naamwoord
  • het bovenste deel van het lichaam dat door de hals met de romp is verbonden
"het is [haar] in de bol geslagen"
"het hoog in de bol hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De zilveren bollen liggen rondom de rode bol.
  2. Bollen
  3. Witte glasachtige kristallen, bollen
  4. bollen, knollen en wortelstokken, in rusttoestand
  5. Wortels, bollen, wortelstokken, stengel- of wortelknollen
  6. Bollen en knollen, bestemd voor opplant
  7. Zaden en bollen, bestemd voor opplant
  8. Levende planten, bollen, wortels, stekken en enten
  9. Toegangsbeperkingsbesluit Hinderplaat, Bollen van de Ooster en Bollen van het Nieuwe Zand
  10. Deze soort is met name in het zeegebied ten zuidoosten van de Bollen van de Ooster en in en rond de Bollen van het Nieuwe Zand aanwezig.
  11. Veld: aardappelen, bollen, boomkwekerijproducten, vruchten van rubussoorten, gazon, aardbeien en bosaanplant.
  12. Lilium Candidum Extract is een extract van de bollen van de witte lelie, Lilium candidum, Liliaceae
  13. bollen, knollen en wortelstokken, in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels
  14. In de zomerperiode kan worden volstaan met alleen het kleinere zomerrustgebied Bollen van de Ooster.
  15. in bollen, kluwens of strengen met een gewicht van niet meer dan: