Betekenis van:
doelen

doelen
Werkwoord
  • als doel hebben; doelen op
"op (iemand) doelen"
"op iets doelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

doelen
Zelfstandig naamwoord
  • terrein voor schietoefeningen

Synoniemen

Hyperoniemen

doel (het ~ | meervoud doelen)
Zelfstandig naamwoord
  • ruimte waardoor of waarin bij sommige balspelen de bal gegooid, geschopt enz. moet worden
"op (het) doel (staan)"
"een schot voor open doel"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

doel (het ~ | meervoud doelen)
Zelfstandig naamwoord
  • goal; dat waar je op richt; schatting v.e. mikpunt; mikpunt
"op het doel schieten"

Synoniemen

Hyperoniemen

doel (het ~ | meervoud doelen)
Zelfstandig naamwoord
  • doeleinde
"het doel heiligt de middelen"
"zijn doel voorbij streven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Tom geeft aan goede doelen.
  2. Doelen voor werpsport
  3. Doelen voor schietbanen
  4. Doelen voor boogschieten
  5. kwalitatieve en kwantitatieve doelen;
  6. vergeleken met de nagestreefde doelen evenredig zijn,
  7. Beoordeling van prestatieplannen en herziening van doelen
  8. Het kaderprogramma heeft de volgende doelen:
  9. Herziening van de EU-wijde doelen
  10. Voor de vaststelling van EU-wijde doelen
  11. Omschrijving van de doelen, inclusief eventuele tussentijdse doelen, met een tijdschema voor het bereiken ervan.
  12. Onderlinge consistentie van de doelen; afwezigheid van conflicten daartussen.
  13. informatie over de prioriteiten en de bijbehorende specifieke doelen.
  14. De Europese Unie wenst bovengenoemde doelen als volgt te steunen:
  15. Ook zijn zij bedoeld om haalbare doelen aan te geven.