Betekenis van:
ordening

ordening (de ~ | meervoud ordeningen)
Zelfstandig naamwoord
  • het aanbrengen van structuur
"een ordening aanbrengen ergens in"
"ruimtelijke ordening"

Hyperoniemen

Hyponiemen

ordening
Zelfstandig naamwoord
  • het geordend zijn
"Er heerst hier ordening."

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ordening
Zelfstandig naamwoord
  • bevestiging van een predikant
"priesters der tweede ordening"
"ordening en wijding van bisschoppen"

Hyperoniemen

ordening
Zelfstandig naamwoord
  • een regelmatig, een aangebrachte orde, het tegendeel van chaos
ordening
Zelfstandig naamwoord
  • een ordeningsrelatie in de wiskunde

Voorbeeldzinnen

  1. ruimtelijke ordening en locatie;
  2. eisen in verband met ruimtelijke ordening.
  3. eisen in verband met ruimtelijke ordening.
  4. Plattelandsontwikkeling, ruimtelijke ordening, landbouw en voedselzekerheid:
  5. Overige informatie: Voormalig minister van Ruimtelijke ordening, mijnen en energie.
  6. Overige informatie: voormalige minister van Ruimtelijke Ordening, Mijnen en Energie.
  7. de gemeenschappelijke ordening van de markt in de sector visserijproducten;
  8. De gemeenschappelijke ordening der markten voor ruwe tabak
  9. Maatregelen nemen om de regels inzake ruimtelijke ordening te handhaven.
  10. houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker
  11. Mogelijkheid tot ordening van de informatie volgens de belangrijkheid ervan
  12. Minister van Staat, vallend onder de President, belast met Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Openbare gebouwen
  13. Beginnen met de tenuitvoerlegging van het plan voor ruimtelijke ordening en de algemene strategie voor milieubescherming.
  14. Administratieve procedures en ruimtelijke ordening (artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG)
  15. De gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven heeft betrekking op de volgende producten: