Betekenis van:
schep

schep
Zelfstandig naamwoord
  • lepelvormig werktuig waarmee een hoeveelheid vast materiaal verplaatst kan worden
"Hij pakte een schep en haalde wat kolen uit het hok."
schep
Zelfstandig naamwoord
  • de hoeveelheid materiaal die men met 1 verplaatst
"Hij deed twee scheppen suiker in de koffie."
schep (de ~ | meervoud scheppen)
Zelfstandig naamwoord
  • gereedschap om mee te graven; gereedschap om mee te graven

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Schep- en laadmachines
  2. Verdeel het monster in geschikte deelmonsters voor analyse- en referentiedoeleinden door middel van geschikte monsterverdelingsmethoden, zoals met een schep verdelen, statisch spleetverdelen of roterend verdelen.
  3. NIEUWE SCHEP E N VAN DE KLASSEN B, C EN D, BESTAANDE RO-RO-PASSAGIERSSCHEPEN VAN KLASSE B ALSMEDE BESTAANDE PASSAGIERSSCHEPEN VAN KLASSE B ANDERE DAN RO-RO-SCHEPEN GEBOUWD OP OF NA 29 APRIL 1990: