Betekenis van:
uitkleden

uitkleden
Werkwoord
  • kleren uittrekken; de kleren uitdoen
"je uitkleden om in bad te gaan"
"iemand met de ogen uitkleden"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

uitkleden
Werkwoord
  • (iem.) te veel laten betalen
"uitgekleed worden door de garage van je autodealer"

Synoniemen

Hyperoniemen