Betekenis van:
snijden

snijden
Werkwoord
  • pijnlijk aandoen
"een snijdende pijn"

Hyperoniemen

snijden
Werkwoord
  • (iets) met een mes e.d. vaneen scheiden
"iets in/aan stukken snijden"
"er moet in gesneden worden"

Hyperoniemen

Hyponiemen

snijden
Werkwoord
  • uitsnijden
"een beeld uit hout snijden"

Hyperoniemen

Hyponiemen

snijden
Werkwoord
  • (iem.) zo inhalen dat deze naar de kant van de weg gedrongen wordt
"een auto snijden"

Hyperoniemen

snijden
Werkwoord
  • zich verwonden met snijden
"in iets snijden"
"zich lelijk in de vingers snijden"

Hyperoniemen

snijden
Werkwoord
  • snijdbaar zijn
"het snijd makkelijk"

Hyperoniemen

snijden
Werkwoord
  • met een scherp voorwerp in stukken delen
"Met de broodzaag sneed hij twee dikke plakken vers brood."
snijden
Werkwoord
  • (van voorwerpen) een min of meer scherpe snede maken

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wil je een plakje ham voor me snijden?
  2. snijden;
  3. Snijden
  4. snijden van beton,
  5. snijden van gewapend beton en constructiestaal,
  6. gereedschap voor het draadtappen en -snijden
  7. Niveau destructieve bemonstering (aantal te snijden planten)
  8. Boorgereedschap en gereedschap voor het snijden of tappen van schroefdraad
  9. een programma om in de kosten te snijden.
  10. andere machines voor het snijden of tappen van draad
  11. lichte fractie bij het afbreken van vezels, snijden, enz.
  12. Machines voor het spinnen, ..., snijden van synthetische of kunstmatige textielstoffen
  13. Gereedschap voor het draadtappen en -snijden, geen metaalbewerking
  14. Gereedschap voor het draadtappen en -snijden, geen metaalbewerking
  15. boorgereedschap en gereedschap voor het snijden of tappen van schroefdraad