Vertaling van judging

Inhoud:

Engels
Nederlands
to judge, to adjudicate {ww.}
beoordelen 
to judge, to rule, to try, to adjudge, to adjudicate {ww.}
vonnissen
oordelen
beoordelen 
berechten
to appraise, to estimate, to rate, to assay, to assess, to evaluate, to gauge, to judge, to value {ww.}
waarderen 
schatten 
taxeren
begroten
to adjudicate, to judge, to try {ww.}
arbitreren
to evaluate, to judge, to pass judgment {ww.}
ontvangen
bezien
aankijken
beschouwen
beoordelen
bekijken
zien
inschatten
to approximate, to estimate, to gauge, to guess, to judge {ww.}
benaderen
to evaluate, to judge, to pass judgment {ww.}
oordelen
to approximate, to estimate, to gauge, to guess, to judge {ww.}
raden
gissen
You can probably guess what happens though.
Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
Although you can probably guess what's happening.
Ook al kan je waarschijnlijk raden wat er gaande is.
to approximate, to estimate, to gauge, to guess, to judge {ww.}
uitlaten
beoordelen

I am judging

to adjudicate, to judge, to try {ww.}
jureren

I am judging



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Judging from what you say, he must be a great writer.

Afgaand op wat je zegt, moet hij een goede schrijver zijn.

In judging his work, you should make allowances for his lack of experience.

Als ge over zijn werk oordeelt, denk dan ook aan zijn gebrek aan ervaring.


Gerelateerd aan judging

judge - adjudicate - rule - try - adjudge - appraise - estimate - rate - assay - assess - evaluate - gauge - value - pass judgment - approximateevaluate - cerebrate - measure - calculate - determine - surmise - say