Vertaling van passed

Inhoud:

Engels
Nederlands
to pass, to spend {ww.}
doorbrengen
aangeven 
verdrijven
aanreiken 

I passed
you passed
he/she/it passed

ik bracht door
jij bracht door
hij/zij/het bracht door
» meer vervoegingen van doorbrengen

I didn't want to spend any more time with Tom.
Ik wilde niet nog meer tijd doorbrengen met Tom.
Excuse me, could you pass me the sugar?
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
to pass, to pass by, to pass through {ww.}
verstrijken
verlopen
vergaan
overgaan
overdrijven
omkomen 

I passed
you passed
he/she/it passed

ik verstreek
jij verstreek
hij/zij/het verstreek
» meer vervoegingen van verstrijken

to pass, to go through {ww.}
doormaken
doortrekken
doorkomen

I passed
you passed
he/she/it passed

ik maakte door
jij maakte door
hij/zij/het maakte door
» meer vervoegingen van doormaken

to cross, to go beyond, to cover, to pass {ww.}
overlopen
oversteken
overgaan

I passed
you passed
he/she/it passed

ik overliep
jij overliep
hij/zij/het overliep
» meer vervoegingen van overlopen

to overhaul, to overtake, to pass {ww.}
inhalen

I passed
you passed
he/she/it passed

ik haalde in
jij haalde in
hij/zij/het haalde in
» meer vervoegingen van inhalen

to overhaul, to overtake, to pass {ww.}
voorbijvaren
passeren
voorbijrijden
inhalen

I passed
you passed
he/she/it passed

ik voer voorbij
jij voer voorbij
hij/zij/het voer voorbij
» meer vervoegingen van voorbijvaren

to pass, to pass by, to bypass, to overshoot, to overtake {ww.}
voorbijgaan
voorbijlopen
passeren
langsgaan

I passed
you passed
he/she/it passed

ik ging voorbij
jij ging voorbij
hij/zij/het ging voorbij
» meer vervoegingen van voorbijgaan

You can drink water, but you can also pass it.
Water kun je drinken, maar je kunt er ook aan voorbijgaan.
to pass {ww.}
doorhalen 

I passed
you passed
he/she/it passed

ik haalde door
jij haalde door
hij/zij/het haalde door
» meer vervoegingen van doorhalen

to convey, to hand, to hand over, to pass, to assign, to deliver, to transmit, to transfer {ww.}
aangeven 
aanreiken 
afdragen 
overbrengen
overgeven 
toereiken

I passed
you passed
he/she/it passed

ik gaf aan
jij gaf aan
hij/zij/het gaf aan
» meer vervoegingen van aangeven

to pass {ww.}
slagen 
halen

I passed
you passed
he/she/it passed

ik slaagde
jij slaagde
hij/zij/het slaagde
» meer vervoegingen van slagen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

He passed away yesterday.

Hij is gisteren overleden.

Tom passed out.

Tom doleerde.

Tom passed away this morning.

Tom overleed vanmorgen.

Tom passed with flying colors.

Tom slaagde met vlag en wimpel.

Michael Jackson has passed away.

Michael Jackson is niet meer.

His father passed away last year.

Zijn vader is vorig jaar overleden.

Spring has passed and summer starts.

De lente is voorbij en de zomer begint.

She passed by without seeing me.

Ze kwam voorbij, zonder mij te zien.

His brother passed away last month.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

Tom passed out from the heat.

Tom viel flauw van de hitte.

Her mother passed away last year.

Haar moeder is vorig jaar overleden.

Queen Elizabeth I passed away in 1603.

Koningin Elizabeth overleed in 1603.

Two weeks have passed and I haven't seen you.

Er zijn al twee weken voorbij, en ik heb u niet gezien.

Ten years have passed since he went to America.

Het is tien jaar geleden, toen hij in Amerika was.

Don't you know that he passed away two years ago?

Weet je dan niet dat hij twee jaar geleden overleden is?


Gerelateerd aan passed

pass - spend - pass by - pass through - go through - cross - go beyond - cover - overhaul - overtake - bypass - overshoot - convey - hand - hand over