Vertaling van talk over

Inhoud:

Engels
Nederlands
to converse, to talk, to chat {ww.}
converteren

I talk
you talk
we talk

ik converteer
jij converteert
wij converteren
» meer vervoegingen van converteren

to speak, to talk {ww.}
spreken
praten 

I talk
you talk
we talk

ik spreek
jij spreekt
wij spreken
» meer vervoegingen van spreken

to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
uitpraten
to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
doornemen
to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
doorspreken
doorpraten
to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
nakaarten
napraten
nababbelen
to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
doorpraten
to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
nakaarten
to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
overleggen
Let's discuss the problem with them.
Laten we het probleem met hen overleggen.
to discuss, to hash out, to talk over {ww.}
bespreken
bepraten
Let's discuss that problem later.
Laten we dat probleem later bespreken.
There is another question too that we must discuss.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
to mouth, to speak, to talk, to utter, to verbalise, to verbalize {ww.}
verbaliseren

I talk
you talk
we talk

ik verbaliseer
jij verbaliseert
wij verbaliseren
» meer vervoegingen van verbaliseren

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
doorslaan

I talk
you talk
we talk

ik sla door
jij slaat door
wij slaan door
» meer vervoegingen van doorslaan

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
uitzingen

I talk
you talk
we talk

ik zing uit
jij zingt uit
wij zingen uit
» meer vervoegingen van uitzingen

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
voorzingen

I talk
you talk
we talk

ik zing voor
jij zingt voor
wij zingen voor
» meer vervoegingen van voorzingen

to speak, to talk {ww.}
spreken

I talk
you talk
we talk

ik spreek
jij spreekt
wij spreken
» meer vervoegingen van spreken

to speak, to talk {ww.}
converseren
hebben
spreken
praten

I talk
you talk
we talk

ik converseer
jij converseert
wij converseren
» meer vervoegingen van converseren

to babble, to babble out, to blab, to blab out, to let the cat out of the bag, to peach, to sing, to spill the beans, to talk, to tattle {ww.}
bezingen

I talk
you talk
we talk

ik bezing
jij bezingt
wij bezingen
» meer vervoegingen van bezingen