Vertaling van fikken

Inhoud:

Nederlands
Engels
fikken, branden {ww.}
to burn
to combust
De pastoor zei dat Tom in de hel zal branden.
The pastor said Tom's going to burn in hell.
Met deze ogen zal ik bergen zien branden.
With these eyes, I shall see mountains burn.
hand [m] (de ~), fikken [m] (de ~), jat, tengels [m] (de ~), klauw [m] (de ~), klauwen, klavier, klavieren, kluif, knijper, poten, vlerken, poot [m] (de ~), fik [m] (de ~), tengel {zn.}
hand
paw
mitt
manus
Ze liepen hand in hand.
They went hand in hand.
De hand van Jan is rein.
John's hand is clean.


Gerelateerd aan fikken

branden - hand - jat - tengels - klauw - klauwen - klavier - klavieren - kluif - knijper - poten - vlerken - poot - fik - tengelveranderen - lichaamsdeel - middenhand - handwortel