Vertaling van sloop

Inhoud:

Nederlands
Engels
afbraak [v], ontmanteling [v], sloop {zn.}
demolition
Ruim drieduizend mensen hebben hun handtekening gezet om de sloop van dit historische pand tegen te houden.
Well over three thousand people signed to prevent the demolition of this historic building.
afbraak [v], slechting [v], sloop {zn.}
demolition
sluipen {ww.}
to steal

ik sloop
jij sloop
hij/zij/het sloop

I stole
you stole
he/she/it stole
» meer vervoegingen van to steal

sluipen {ww.}
to steal
to skulk 
to slink
to go stealthily

ik sloop
jij sloop
hij/zij/het sloop

I stole
you stole
he/she/it stole
» meer vervoegingen van to steal

afbreken, slopen, neerhalen {ww.}
to tear down
to take down
to demolish 
to pull down
to break down

ik sloop

I demolish
» meer vervoegingen van to demolish

consumeren, slopen, verbruiken, verorberen, verteren {ww.}
to consume 
to use up

ik sloop

I consume
» meer vervoegingen van to consume

afbraak [m] (de ~), sloop [m] (de ~) {zn.}
tearing down
leveling
razing
demolishing
kussensloop [m] (de/het ~), sloop [m] (de/het ~) {zn.}
slip
pillow slip
pillowcase
case
sluipen {ww.}
to slink

ik sloop
jij sloop
hij/zij/het sloop

I slunk; slinked
you slunk; slinked
he/she/it slunk; slinked
» meer vervoegingen van to slink

slopen, nekken, uitputten {ww.}
to wash up
to tucker out
to exhaust
to tucker
to beat

ik sloop

I exhaust
» meer vervoegingen van to exhaust

afbreken, neerhalen, slopen, slechten {ww.}
to break apart
to break up
to disassemble
to dismantle
to take apart

ik sloop

I dismantle
» meer vervoegingen van to dismantle