Vertaling van slopen

Inhoud:

Nederlands
Engels
slopen, nekken, uitputten {ww.}
to wash up
to tucker out
to exhaust
to tucker
to beat

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

we exhaust
you exhaust
they exhaust
» meer vervoegingen van to exhaust

afbreken, slopen, neerhalen {ww.}
to tear down
to take down
to demolish 
to pull down
to break down

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

we demolish
you demolish
they demolish
» meer vervoegingen van to demolish

consumeren, slopen, verbruiken, verorberen, verteren {ww.}
to use up
to consume 

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

we consume
you consume
they consume
» meer vervoegingen van to consume

sluipen {ww.}
to steal

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

we stole
you stole
they stole
» meer vervoegingen van to steal

sluipen {ww.}
to go stealthily
to skulk 
to slink
to steal

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

we slunk; slinked
you slunk; slinked
they slunk; slinked
» meer vervoegingen van to slink

afbraak [v], ontmanteling [v], sloop (mv. slopen) {zn.}
demolition
afbraak [v], slechting [v], sloop (mv. slopen) {zn.}
demolition
afbreken, neerhalen, slopen, slechten {ww.}
to take apart
to dismantle
to break up
to disassemble
to break apart

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

we dismantle
you dismantle
they dismantle
» meer vervoegingen van to dismantle

sluipen {ww.}
to slink

wij slopen
jullie slopen
zij slopen

we slunk; slinked
you slunk; slinked
they slunk; slinked
» meer vervoegingen van to slink

kussensloop [m] (de/het ~), sloop [m] (de/het ~) {zn.}
slip
pillow slip
pillowcase
case
afbraak [m] (de ~), sloop (mv. slopen) [m] (de ~) {zn.}
demolishing
leveling
razing
tearing down