Vertaling van Kanis

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
Kanis {eigenn.}
Kanis {eigenn.}
hoofd [o] (het ~), kop [m] (de ~), test [m] (de ~), bol [m] (de ~), knikker [m] (de ~), kruin, knar, kersepit, kersenpit, kanis [m] (de ~), hoofdje, harses (de ~), bolletje [o] (het ~) {zn.}
hoofd [o] (het ~)
kop [m] (de ~)
test [m] (de ~)
bol [m] (de ~)
knikker [m] (de ~)
kruin
knar
kersepit
kersenpit
kanis [m] (de ~)
hoofdje
harses (de ~)
bolletje [o] (het ~) {zn.}
Kop op!
Kop op!
De aarde is geen volmaakte bol.
De aarde is geen volmaakte bol.


Gerelateerd aan Kanis

hoofd - kop - test - bol - knikker - kruin - knar - kersepit - kersenpit - kanis - hoofdje - harses - bolletjelichaamsdeel - gezicht - achterhoofd - oog - oor - kruin - slaap