Vertaling van hoofd
kop
krop {zn.}
rubriek {zn.}
baas
aanvoerder
opperhoofd
chef {zn.}
opschrift {zn.}
kop
test
bol
knikker
kruin
knar
kersepit
kersenpit
kanis
hoofdje
harses
bolletje {zn.}
ouwe {zn.}
rede
ratio {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Houd het hoofd koel.
Houd het hoofd koel.
Hij schudde met zijn hoofd.
Hij schudde met zijn hoofd.
Mijn hoofd doet echt pijn.
Mijn hoofd doet echt pijn.
Jij moet je hoofd laten nakijken.
Jij moet je hoofd laten nakijken.
Hij is een hoofd groter dan ik.
Hij is een hoofd groter dan ik.
Hij is een hoofd groter dan ik.
Hij is een hoofd groter dan ik.
Haal dat van je hoofd af.
Haal dat van je hoofd af.
Het koraalrif is het gebied's hoofd attractie.
Het koraalrif is het gebied's hoofd attractie.
Dat liedje blijft in je hoofd zitten.
Dat liedje blijft in je hoofd zitten.
Haar hoofd was barstensvol met nieuwe ideeën.
Haar hoofd was barstensvol met nieuwe ideeën.
Laten we dit gedicht uit ons hoofd leren.
Laten we dit gedicht uit ons hoofd leren.
Jullie moeten al deze data uit het hoofd leren.
Jullie moeten al deze data uit het hoofd leren.
Tom viel van de trap af en stootte zijn hoofd.
Tom viel van de trap af en stootte zijn hoofd.
De studenten leerden dit gedicht uit hun hoofd.
De studenten leerden dit gedicht uit hun hoofd.
Als antwoord sloeg hij mij op mijn hoofd.
Als antwoord sloeg hij mij op mijn hoofd.