Vertaling van kop

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kop [m], graad, titel, onderschrift {zn.}
kop [m]
graad
titel
onderschrift {zn.}
Kop op!
Kop op!
Water bevriest bij nul graad Celsius.
Water bevriest bij nul graad Celsius.
kop [m], kopje [o] {zn.}
kop [m]
kopje [o] {zn.}
Ik wil een kopje thee.
Ik wil een kopje thee.
Ik wil nog een kopje thee.
Ik wil nog een kopje thee.
hoofd [o], kop [m], krop [m] {zn.}
hoofd [o]
kop [m]
krop [m] {zn.}
Ik heb een krop in de keel.
Ik heb een krop in de keel.
Alles staat op zijn kop.
Alles staat op zijn kop.
kop [m] (de ~) {zn.}
kop [m] (de ~) {zn.}
Ze trakteerde me op een kop thee.
Ze trakteerde me op een kop thee.
Ik wil graag een kop koffie.
Ik wil graag een kop koffie.
kop {zn.}
kop {zn.}
Maak mij alstublieft een kop koffie.
Maak mij alstublieft een kop koffie.
kop [m] (de ~) {zn.}
kop [m] (de ~) {zn.}
kop [m] (de ~) {zn.}
kop [m] (de ~) {zn.}
kop [m] (de ~), tas [m] (de ~), bak [m] (de ~) {zn.}
kop [m] (de ~)
tas [m] (de ~)
bak [m] (de ~) {zn.}
Wilt ge een tas koffie?
Wilt ge een tas koffie?
Mag ik een papieren tas?
Mag ik een papieren tas?
kop {zn.}
kop {zn.}
kop {zn.}
kop {zn.}
koppen {ww.}
koppen {ww.}

ik kop
jij kopt
hij/zij/het kopt

ik kop
jij kopt
hij/zij/het kopt
» meer vervoegingen van koppen

koppen {ww.}
koppen {ww.}

ik kop
jij kopt
hij/zij/het kopt

ik kop
jij kopt
hij/zij/het kopt
» meer vervoegingen van koppen

hoofd [o] (het ~), bol [m] (de ~), bolletje [o] (het ~), harses (de ~), hoofdje, kanis [m] (de ~), kersenpit, kersepit, knar, kruin, test [m] (de ~), kop [m] (de ~), knikker [m] (de ~) {zn.}
hoofd [o] (het ~)
bol [m] (de ~)
bolletje [o] (het ~)
harses (de ~)
hoofdje
kanis [m] (de ~)
kersenpit
kersepit
knar
kruin
test [m] (de ~)
kop [m] (de ~)
knikker [m] (de ~) {zn.}
koppen {ww.}
koppen {ww.}

ik kop
jij kopt
hij/zij/het kopt

ik kop
jij kopt
hij/zij/het kopt
» meer vervoegingen van koppen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Kop op!

Kop op!

Alles staat op zijn kop.

Alles staat op zijn kop.

Ze trakteerde me op een kop thee.

Ze trakteerde me op een kop thee.

Ik wil graag een kop koffie.

Ik wil graag een kop koffie.

Maak mij alstublieft een kop koffie.

Maak mij alstublieft een kop koffie.

Kop op! Het is niet zo erg als je denkt.

Kop op! Het is niet zo erg als je denkt.

Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?

Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?

Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.

Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.

Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.

Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.

Wie vandaag zijn kop in het zand steekt, knarst morgen met zijn tanden.

Wie vandaag zijn kop in het zand steekt, knarst morgen met zijn tanden.

"Fanta drinken en noobs vertellen dat ze hun kop moeten houden," antwoordde Al-Sayib, terwijl hij een slokje van de eerdergenoemde Fanta nam. "Wacht even, met wie spreek ik?"

"Fanta drinken en noobs vertellen dat ze hun kop moeten houden," antwoordde Al-Sayib, terwijl hij een slokje van de eerdergenoemde Fanta nam. "Wacht even, met wie spreek ik?"

"Hè?" Dima begreep het niet. "Maar spreek ik niet met Al-Sayib? En ben je geen Fanta aan het drinken en noobs aan het vertellen dat ze hun kop moeten houden?"

"Hè?" Dima begreep het niet. "Maar spreek ik niet met Al-Sayib? En ben je geen Fanta aan het drinken en noobs aan het vertellen dat ze hun kop moeten houden?"

Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.

Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.


Gerelateerd aan kop

graad - titel - onderschrift - kopje - hoofd - krop - tas - bak - koppen - bol - bolletje - harses - hoofdje - kanis - kersenpitopschrift - lijn - onderdeel - voorstuk - bovenstuk - voorwerp - kop - lichaamsdeel - stoten - snoet - tand - gezicht - achterhoofd - oog - oor - kruin - slaap